WAARDERING VERHUURD ONROEREND GOED IN BOX 3 NIET TEGEN WOZ-WAARDE

Publicatie datum: 19 maart 2019 08:30
Bent u in het bezit van verhuurd onroerend goed?

Dan wordt hierover in beginsel belasting geheven in box 3. Tenzij sprake is van meer dan normaal vermogensbeheer. In dat geval worden de opbrengsten uit de verhuur belast als resultaat uit overige werkzaamheden in box 1. In deze bijdrage zal worden ingegaan op de waardering van verhuurd onroerend goed in box 3.

WAARDERING VERHUURD ONROEREND GOED

De WOZ-waarde van het verhuurd onroerend goed vormt het uitgangspunt voor de waardering in box 3. Echter mag rekening worden gehouden met de leegwaarderatio. In feite wordt de WOZ-waarde gecorrigeerd.

De WOZ-waarde wordt vermenigvuldigd met de leegwaarderatio. Deze ratio wordt bepaald door de jaarhuur af te zetten tegen de WOZ-waarde (zie hiervoor tabel 1). Let op! Indien sprake is van een onzakelijke huur, wordt uitgegaan van een huur van 3,5% van de WOZ-waarde.

Bij een voor het enkele gebruik van de woning verschuldigde jaarlijkse huur als percentage van de WOZ-waarde van:

Tabel 1




De verhouding van de jaarlijkse huurprijs tot de WOZ-waarde is meer dan

Maar niet meer dan

Leegwaarderatio

0%

1%

45%

1%

2%

51%

2%

3%

56%

3%

4%

62%

4%

5%

67%

5%

6%

73%

6%

7%

78%

7%

-

85%





De WOZ-waarde van een box 3-woning bedraagt € 250.000. Hierover is, afhankelijk van de hoogte van het overige box 3-vermogen, € 1.480 tot € 4.200 aan inkomstenbelasting verschuldigd.

Stel dat deze woning wordt verhuurd. De maandelijkse huur van de woning bedraagt € 800. De jaarhuur bedraagt dan 3,84% van de WOZ-waarde. De leegwaarderatio bedraagt volgens de tabel in dat geval 62%. De in box 3 in aanmerking te nemen waarde is dus € 155.000 (€ 250.000 x 62%). Hierover is € 899 tot € 2.604 aan inkomstenbelasting verschuldigd, een besparing van € 581 tot € 1.596.